2018 – Frankrijk – Rondreis Bretagne

Voorbereiding

In juni dit jaar gaan we met de eigen wagen Bretagne verkennen, een streek van Frankrijk waar we tot hiertoe nog nooit geweest zijn. In die Westelijke uithoek van Frankrijk waren we nog nooit verder gekomen dan de Mont Saint-Michel (onderste hoekje van Normandië) en een korte uitstap naar Saint-Malo. Het wordt tijd dat we de andere mooie steden in Bretagne en zijn grillige kusten eens gaan bekijken.

Aanvankelijk zouden we op maandag 04 juni vertrekken doch achteraf bekeken is het rustiger rijden tijdens het weekend en vertrekken we op zondag 03 juni richting Granville in het zuiden van Normandië. Op dinsdag 19 juni rijden we dan terug huiswaarts. In die tijdspanne gaan we proberen de meeste mooie plekjes te ontdekken en te bekijken.

Bretagne is 1 van de 13 nieuwe Regio’s in Frankrijk. Deze regio’s zijn in 2016 van 27 herleid tot 18 (5 overzeese en 13 in Europa). Het heeft 4 departementen: de Côtes-d’Armor, de Finistère, de Ille-et-Vilaine en de Morbihan. De hoofdplaats van Bretagne is Rennes. Voor meer informatie over de streek verwijs ik naar Wikipedia.

Ik heb voor de reis een 7-tal hotelletjes geboekt. Op elke plaats verblijven we 2 of 3 nachten en rijden vanuit die locaties lusjes naar de bezienswaardigheden. Een overzichtskaartje kan je hier bekijken. Voor de reis en de bezienswaardigheden liet ik mij vooral inspireren door de verschillende reisbrochures en toelichtingen die te vinden zijn op de website van Euroreizen.be. Ik ben er echter nu al zeker van dat we nooit “alles” gaan kunnen bezoeken en zien dit jaar.

Dag 1 – Kortrijk – Granville (Normandië)

Zondag 03 juni

Vanmorgen vertrekken we omstreeks 08u30 vanuit Kortrijk richting Normandië. De reis verloopt fantastisch goed en ik denk dat we nog nooit zo weinig verkeer hebben gehad op de autosnelwegen in Frankrijk. Alleen rond Rouen is het goed uit de doppen kijken voor het verkeer. Ook de zon is bijna de hele dag van de partij. Tot Granville rijden we 538 km. Bij onze aankomst omstreeks 16u hebben we nog ruim de tijd om het stadje te bezoeken.

Ons Hotel ligt pal naast en kijkt uit op de jachthaven van Granville.

Tijdens het avondeten in het restaurant zien we in het zuiden boven Bretagne een onweder voorbij trekken. Ik ben benieuwd welk weder we morgen zullen voorgeschoteld krijgen.

Hotel Ibis Granville Port de Plaisance – Granville

Dag 2 – Granville -> Combourg (Bretagne – Ille-et-Vilaine) (100 km)

Maandag 04 juni

Gisterenavond kregen we toch ook nog een regenbui te verwerken maar zonder erg. Vanmorgen is het hier wat mistig maar droog. Volgens de regenradar hangt er echter nog heel wat regen boven Bretagne. Heel Bretagne heeft een Code Oranje en vannacht hebben ze heel wat waterlast gekregen. (o.a. in Morlaix in de Finistère)

Vandaag bezoeken we de Mont St-Michel, die eigenlijk nog in Normandië ligt en Dol-de-Bretagne in de regio Ille-et Vilaine. Zoals eerdere bezoeken aan de Mont St-Michel moeten we terug de regen erbij nemen.

Het is pas na de middag dat het wat droger wordt in Dol-de-Bretagne. Het stadje was tot de 12e eeuw de bisschoppelijke zetel. Daarom heeft de stad, met maar 5000 inwoners, een kathedraal, Saint-Samson. Door zijn bouwstijl van de 13e tot de 16e eeuw heeft hij een beetje het uitzicht van een burcht.

Dol is verder ook gekend voor de oude huizen met vakwerk.

Als we aankomen aan het Hotel begint het terug flink te regenen. Een poging om toch eens door Combourg te wandelen geven we na een half uurtje op.

Hotel Du Chateau – Combourg

Dag 3 – Combourg – Cancalle – Pnte du Grouin – Saint-Malo – Combourg (120 km)
Dinsdag 05 juni

Vandaag zou het een droge dag moeten worden. Het blijft wel de gehele dag grijs zonder zon. Vanuit Combourg rijden we iets noordwaarts naar Cancale. Men zegt dat Cancale de hoofdplaats van de oesterkwekerij is in Bretagne. Proeven moeten we toch eens doen aan één van de verkooptentjes: fantastisch lekker.

Van Cancale rijden we verder naar de Pointe du Grouin. Spijtig dat we niet ver in zee kunnen zien door de mist en de dichte bewolking.


Vandaar rijden we naar het niet zo veraf gelegen Saint-Malo. We hebben deze mooie stad reeds eerder bezocht doch het ia altijd de moeite om hier eens terug rond te wandelen.


Het wordt stilaan tijd om terug naar ons hotel te rijden. In Combourg zelf bezoeken wel nog even de tuin van het Kasteel.

Volgens de meteo krijgen we morgen terug een droge dag maar met wolken en een pak frisser dan in België. Hier zou het maar tot aan 17 ° geraken.

Hotel Du Chateau – Combourg

Dag 4 – Combourg – Dinard – Cap Fréhel – Dinan – Combourg (165 km)

Woensdag 06 juni

De dag lijkt droog te zullen starten, doch niets is minder waar. Op de middag krijgen we zelfs een flinke regenbui over ons in Dinard die onze eerste bestemming was.  Dinard ligt aan de monding van de Rance aan de overzijde van Saint-Malo. Dinard is een elegante mondaine badplaats met statige huizen. Door de regen waren we genoodzaakt onze voorziene wandeling af te breken.

Van Dinard rijden we langs de kust naar Saint-Lunaire en de Pointe du Décolle.

Van daaruit verder langs de kust naar Saint-Jacut-de-la-Mer met de Pointe de Chevet.

Onderweg naar het gekende Cap Fréhel zien we nog een aanwijzing naar het Fort la Latte dat schijnbaar een hele geschiedenis heeft gekend, intussen volledig gerestaureerd werd en in privaat bezit is.


Uiteindelijk komen we bij Cap Fréhel. De Cap met zijn beide vuurtorens, heeft een grote gekendheid doch ik had er iets meer van verwacht. Wellicht speelt ook hier het weer ons parten. De kust van Bretagne is wonderlijk mooi doch er ontbreekt momenteel 1 factor namelijk de zon.

Op onze terugweg rest er ons nog een belangrijke stad te bezoeken, nl. Dinan. We waren daar deze morgen al door gereden doch hadden het bezoek zelf tot nu uitgesteld. Dinan is een heel oude stad met vestingsmuren en veel vakhuizen die na de bombardementen van de 2de wereldoorlog grotendeels gerestaureerd werden. De bekendste straat, waar veel van die typische huizen te bewonderen zijn, is de Rue du Jerzual. Het zou de meest gefotografeerde straat van Bretagne zijn. (?)

Beneden aan de Rue du Jerzual kom je aan de Rance die Dinan doorkruist. Vanuit de vallei heb je een mooi zicht over de viaduct over de Rance.

Na ons bezoek aan Dinan zijn we werkelijk uitgeteld van het vele stappen. Volgens de App op de smartphone van Doris zouden we meer dan 14 km (meer dan 20.000 stappen) rondgewandeld hebben.

Hopelijk zijn de weersverwachtingen voor morgen en overmorgen juist met 5 graden meer, wat zon en geen regen.

Hotel Du Chateau – Combourg

Dag 5 – Combourg -> Lanvollon (Bretagne – Côtes-d’Armor) (125 km)

Donderdag 07 juni

Vandaag rijden we naar ons 3de hotel in Lanvollon iets voorbij Saint-Brieuc. Het weer is in vergelijking met gisteren heel wat beter. Er is nog geen zon en de hemel is grijs en dicht bewolkt.  Het is wel een paar graden warmer.

Een eerste groot deel van de reisweg heb ik gepland langs kleinere wegen. Verkeer is er bijna niet en de wegen liggen er prachtig bij. Juist iets om eens met de moto te doen. Pas tegen Saint-Brieuc wordt het heel druk. Saint-Brieuc lijkt me ook een drukke en grote stad die we niet bezoeken.

Iets verder komen we aan de kust in het havenplaatsje Saint-Quay-Portrieux. Hier kunnen we eindelijk even genieten van de zonnestralen die door het wolkendek komen.


We stappen er ook tot aan de Pointe Du Sémaphore, een kleine radarinstallatie van de Franse Marine. Van de installatie en toren mag je geen foto’s nemen maar de link op de naam hierboven kan je wel iets meer zien en nalezen. Foto’s nemen naar de zeezijde mag natuurlijk wel.

Voor we naar het hotel rijden maken we wel nog een ommetje naar Guingamp.  Een mooi bretoens stadje met wat typische vakhuizen en de Basiliek Notre-Dame-de-Bon-Secours.



Vandaag kregen we al bij al een mooie dag. We kijken uit naar morgen.

Logis Lucotel – Lanvollon

Dag 6 – Lanvollon – Paimpol – Île de Bréhat – Perros-Guirec – Lennion (160 km)

Vrijdag 08 juni

Eindelijk een dag met volop zon. Na de middag krijgen we tot 20°.
Onze rondrit vertrekt naar de kustlijn in het noorden. Eerste stopplaats is de ruïne van de Abdij van Beauport waar we even rondlopen. Binnen kijken kunnen we niet want het onthaal is nog niet open.

Even verder kom je dan in het vissersdorp Paimpol dat in de 19e eeuw vooral gekend was voor zijn kabeljauwvissers. Nu is het grootste deel ingenomen door pleziervaartuigen. Achterin de haven is nog bedrijvigheid rond de visvangst.

In de viswinkels liggen de krabben te wachten om verkocht te worden.

Nog iets verderop rijden we de landengte op richting Île-de-Brehat. Het eiland kan men bezoeken of rond varen met een overzetboot. Wij doen dat echter niet omdat we anders niet rond geraken met de geplande rit.

Met het mooie weer is het zicht op de oceaan en de vele eilandjes gewoon fantastisch.

De volgende stop is Plougrescant, La Pointe du Chateau en  met zijn gekende “Maison Entre Deux Rochers”.

Maison Entre Deux Rochers

Dan wordt het tijd om terug de richting van het hotel te kiezen. We stoppen wel nog even in het stadje Lannion en lopen nog eens door het oude stadsgedeelte met de typische huizen.

Vandaag een heel tevreden dag gehad, goed weer, mooie zon en mooie natuur gezien.

Logis Lucotel – Lanvollon

Dag 7 – Lanvallon -> Saint-Renan (Bretagne – Finistère)

Zaterdag 09 juni

Vandaag verplaatsen we ons naar het volgende hotel in Saint-Renan (of Lokournan in het Bretoens). We vertrekken vandaag terug in de regen. 2 Dagen zon is schijnbaar niet aan de orde in Bretagne.

Langs de reisweg rijden we door Morlaix. De stadje werd deze week getroffen door een hevige wolkbreuk met een nog nooit geziene wateroverlast als gevolg. Morlaix heeft een binnenhaven op de Dosenn die uitmondt in de Baai van Morlaix. Om uit of in de haven te komen heeft men wel hoog water nodig. Naar zee toe is de haven afgesloten met een sluis om voldoende water in de haven te kunnen houden.

We rijden vervolgens naar Roscoff. Vanuit Roscoff kan je met verschillende Ferriediensten naar de kanaaleilanden, Engeland, Ierland en zelfs Spanje. Voor het stadje in zee ligt het eiland Île-de-Batz.

Na het vertrek uit Roskoff krijgen we opnieuw regenbuien te verwerken tot onze aankomst in Saint-Renan. Daar klaart plots de hemel open en kunnen we zelfs een mooie wandeling maken rond het meer.

Op het gemeentepleintje gaat blijkbaar op dat moment juist een folklorestoet met kinderen en plaatselijke muziekkanten.

Les Voyageurs – Saint-Renan

Dag 8 – Saint-Renan – Ïle-Vierge – Portsall – Le Conquet – Pnte de Saint-Mathieu – Saint-Renan (110 km)

Zondag 10 juni

We vertrekken ’s morgens in de mist, mist en nog eens mist. Het zal pas na de middag opklaren. Het blijft wel droog, wat al een pluspunt is. Pas later op de dag krijgen we een mooi Bretagne te zien.

Volgens de uitgestippelde rondrit rijden we eerst naar de kust bij Lilia om van daaruit de Vuurtoren van L’Ïle Vierge te zien. De vuurtoren is met zijn 82 meter de hoogste van Europa. Probleem is alleen dat we hem niet te zien krijgen door de dichte mist.

Dan maar verder naar Portstall. In de nabijheid van Portsall zonk in maart 1978 de olietanker Amoco Cadiz. Dit zorgde voor één van de grootste milieurampen aan de Bretoense kust. Op de kust kan je nog het akker zien liggen als monument.

De wegen, zelfs de hele kleine, zijn fantastisch in Bretagne. Dat op zich maakt een rondrit al heel mooi. Na de middag komen we in Le Conquet waar we ook een Crèpe Nordique eten (pannenkoek van forment noire met gerookte zalm en een roomsaus).

Intussen is de hemel dan toch grotendeels open getrokken en wordt het zicht aan de Pointe de Saint-Mathieu niet teleurstellend. Op de Pointe de Saint-Mathieu, staan 2 vuurtorens, een oude uit de 17e eeuw en een nieuwere uit de 19e eeuw. Naast de vuurtorens staan ook de ruïnes van de Abdij uit de 13e eeuw. De Pointe de Saint-Mathieu is het meest Westelijk gelegen punt van Frankrijk.

Aan vuurtorens is er geen gebrek in Bretagne. Een volgend mooi exemplaar vinden we aan de toegang naar de havenstad Brest, aan het Fort du Petit Minou.

Om de dag af te sluiten rijden we nog even naar de Menhir de Kerloas. Deze Menhir is met zijn 9,5  meter, het grootste rechtop staande exemplaar van Europa. De menhir zou naar schatting een 5000 jaar leden gemaakt zijn.

Les Voyageurs -Saint-Renan

Dag 9 – Saint-Renan -> Locronan (Bretagne – Finistère) (170 km)

Maandag 11 juni

Vandaag verplaatsen we ons andermaal naar een volgend Hotel in Locronan. Het wordt een mooie dag met tamelijk wat zon en een lekkere 20°. Op bepaalde plaatsen staat er wel een strakke wind. Onze rit valt uiteindelijk iets langer uit dan voorzien omdat we onderweg enkele bezienswaardigheden extra meenemen.

Onze eerste stop is in Le Faou, één van die typische Bretoense dorpjes. Ooit was hier een bloeiende binnenhaven waar nu enkel nog wat sporen van zijn.

Van daaruit naar de landengte met Crozon. In het Noorden hebben we de Pointe des Espagnols. Een verdedigingspunt voor Brest gebouwd door Napoleon. Veel blijft er niet van over. We krijgen wel een mooi zicht over de baai net aan de overzijde Brest.

We rijden terug naar het zuiden en komen zo in Camaret-sur-Mer met in de haven een toren gebouwd door Vauban.

Even voorbij het centrum van Camaret-sur-Mer staan in het veld ook een reeks kleine Menhirs die voor onze tijdrekening volgens een lijnpatroon opgesteld werden. Jammer dat het geheel er wat verwaarloosd bij ligt.

Rest ons nog een bezoekje aan de Pointe de Pen-Hir en de Pointe de Dinan.

Locronanis een dorpje in Bretagne waar de tijd is blijven stil staan. Ware het niet dat er ook hier auto’s rijden dan zou je haast denken dat we 200 jaar terug keren in de tijd. De oude bouwstijl van de huizen werd er totaal behouden zoals weleer. Het is gewoon prachtig om hier rond te lopen.

Logis Le Prieuré – Locronan

Dag 10 – Locronan – Pointe du Van – Pointe du Raz – Quimper – Locronan (115 km)

Dinsdag 12 juni

We vertrekken vanmorgen in volle zon en dit blijft zo tot de avond. We halen tot 24°. Dit is pas een echt vakantiegevoel.

Via Douarnerez, dat vroeger gekend was voor de sardienenvangst, rijden we naar de Pointe du Van. Hier krijgen we pas Bretagne en zijn kliffen op zijn mooist te zien.

In feite zou je hier mogen spreken over de “Pointe du Vent” want er staat hier vandaag een heel stevige wind. Op de laatste foto hierboven zie ook in de verte al onze volgende stop liggen de Pointe du Raz.

De Pointe du Raz heeft geen eigen vuurtoren. De vuurtorens en bakens die moeten waarschuwen voor de kliffen liggen allemaal verder in zee. De toren hierboven is terug een radartoren van de Franse Marine.

Beide pointes worden omschreven als van de mooiste van de Bretoense kust. Als laatste stop voor vandaag rijden we naar Quimper.
Quimper is een grote en drukke stad niet te vergelijken met de rust en kalmte van de rest van Bretagne. In de periode dat wij hier verblijven is er schijnbaar nog niet veel toerisme in dit deel van Frankrijk. Quimper heeft een mooi oud stadsdeel met de Kathedraal Saint-Corentin. Opnieuw zien we veel statige oude Bretoense gebouwen in hun typische bouwstijl.

 

Na de  vele uren rondstappen, genieten van de zon en de natuur, keren we heel tevreden terug naar het hotel.

Logis Le Prieuré – Locronan

Dag 11 – Locronan -> Carnac (Bretagne -Morbian) (140 km)

Woensdag 13 juni

We rijden verder zuid-oostwaarts. Het is andermaal mooi weer maar het zal niet zo warm worden als gisteren max. 20°. Eénmaal voorbij Quimper lijkt het of er meer toeristen zijn en het verkeer is wat drukker.

Als eerste stop krijgen we Concarneau. De vissershaven Concarneau heeft nog zijn oude “Ville Close” uit de 17e eeuw. Het is de grootste haven voor tonijnaanvoer van Frankrijk.

Dat Concarneau voor een groot deel leeft van de visvangst zie je aan de vele ingeblikte visprodukten die overal verkocht worden.


Verder onderweg komen we in Pont-Aven. De schilder Paul Gaugain (1848-1903) verbleef hier lange tijd en legde de schoonheid van deze omgeving met de watermolens vast op doek.

De laatste stop voor vandaag is Port Louis met zijn Citadel (16e – 17e eeuw). De bouw begon in 1590 in opdracht van koning Lodewijk XIII onder  de Spaanse architect don Juan del Aguila. Het is prachtig staal van militaire architectuur.

Wat we morgen juist gaan doen hangt af van het weer. Van hieruit willen we graag Belle-Ïle-en-Mer bezoeken. Hiervoor moeten we wel een overzetboot nemen en dan kies je natuurlijk voor goed weer. Het is dus even afwachten wat ze voor morgen en overmorgen voorspellen.

Hôtel An Ti Gwenn – Carnac

Dag 12 – Carnac – Vannes – Carnac (75 km)

Donderdag 14 juni

Zoals verwacht krijgen we vandaag een mindere dag, veel bewolking en lichte regen vanaf de middag. Het zal ook maar een 18° worden vandaag.

Gezien we gisteren al veel uit de streek konden meenemen, beperken we vandaag onze rondrit. Vanmorgen reserveerden we wel al onze overzet naar het Belle-Ïle-en-Mer. Volgens de verwachtingen zouden we morgen terug goed weer hebben.

Carnacis bekend voor zijn steenpatronen van Le Menec en Kermario. In totaal resteren er nu nog ongeveer 2600 van de oorspronkelijke naar schatting 11.000 stenen. Vermoedelijk zijn deze stenen monumenten verbonden met prehistorische sjamanistische rituelen en werd rond 5000 v.Chr. begonnen met de bouw ervan. Daarmee zijn het de oudste bouwwerken in Europa.

Her en her staan er ook Dolmen (of Hunebed) die bestaan uit staande stenen met daarop een platte deksteen. Ze zouden dienst gedaan hebben als begraafplaatsen.

Ergens tussen de bomen gaan we ook een enkeling bekijken: Le Geant du Manio. het is een alleenstaande rechtop staande Menhir van 6.50 m hoog.

Van hieruit rijden we naar Vannes. Vannes is een belangrijke plaats in de Morbihan. In 1532 werd hier de eenheidsverklaring ondertekend waardoor de eenheid van Bretagne met Frankrijk een feit werd. Vannes was tot dan de hoofdstad van het onafhankelijk hertogdom Bretagne.

Gezien het toch maar blijft motregenen besluiten we terug te rijden naar Carnac en in het stadje wat naar de winkeltjes te kijken. Hieronder nog het kerkje van Carnac.

Hôtel An Ti Gwenn – Carnac

Dag 13 – Carnac – Belle-Ïle-en-Mer – Carnac

Vrijdag 15 juni

Er was goed weer voorspeld en dat krijgen we ook. Veel zon met maar af en toe eens wat wolken. Het blijft wel rond de 18° à 19° op Belle-Ïle-en-Mer. Het wordt een fantastische dag.

Je kan heel gemakkelijk op het eiland geraken met de overzetboot vanuit Quiberon. Dat is ongeveer 45 minuten varen. Het eiland dat tamelijk groot is (17 km lang bij 9 km breed) kan je op verschillende manieren bezoeken; met de huurwagen, met de (elektrische) fiets, met een rondrit op een autocar of desnoods te voet maar dan heb je wel 5 dagen nodig (de omtrek van het eiland is ongeveer 100 km). Wij kozen voor de autocar. Op die manier krijg je alles te zien en moet je niet zelf gaan zoeken. Alle tickets voor de overzet en de autocar hebben we de dag vooraf al aangekocht in het bureau de tourisme in Carnac.
We vertrekken al iets vroeger dan andere dagen uit het hotel want we moeten eerst een half uur rijden naar Quiberon. Vanaf een grote randparking (met 1100 plaatsen) brengt een shuttlebus je tot aan de haven. Alles verloopt heel vlotjes.

Quiberon – de Bangor

Vanuit de haven in Le Palais op het eiland vinden we snel onze bus terug. Hij vertrekt wel niet helemaal op tijd want de chauffeur is helemaal niet gehaast. Maar geen probleem; toeristen staan niet op uur.
De gids voor de dag is de chauffeur zelf van de bus. Tijdens de reis denk ik dat hij geen 2 minuten gezwegen heeft. Wel interessant want dan leer je veel meer, soms wel druk door die spraakwaterval. Hij vertelt alles wel op een sappige Franse manier wat het weer aangenaam maakt.
We doorkruisen het eiland in een 5-tal uur en rijden van de ene bezienswaardigheid naar de andere. Ter plaatse krijgen we dan voldoende tijd om alles te bewonderen. Vanaf Le Palais rijden we achtereenvolgens via Locmaria naar de “Plage de Grands Sables”, dan via Bangor naar de “Aiguilles de Port Coton“, verder naar Sauzon waar we iets na de middag lunchen en een korte wandeling langs de haven maken. Tot slot rijden we nog naar “La grotte de l’Apothicairerie” om te eindigen met de “Pointe des Poulains“. Rond 17 u komen we terug in de haven van Le Palais en wordt het nog wat verpozen om om 18 u 30 terug de overzet te nemen.

Voor de foto’s die ik weerhouden heb kan je doorklikken naar een afzonderlijke pagina.

Lekker flesje Cider

Wie geïnteresseerd is in meer toelichting over deze bezienswaardigheid kan altijd de linken nalezen die ik heb voorzien. Je ziet dat ik veel verwijs naar Franse pagina’s van Wikipedia. De reden hiervoor is dat de Nederlandstalige pagina’s weinig of geen info geven.

Hôtel An Ti Gwenn – Carnac

Dag 14 – Carnac -> Chantepie (Rennes) (Bretagne – Ille-et-Vilaine) (180 km)

Zaterdag 16 juni

Vandaag zal een wisselvallige dag worden: beetje regen, beetje wolken en af en toe een sliertje zon.

Normaal stond op de planning om vandaag Vannes te bezoeken, doch gezien we dit stadje al aangedaan hebben moet dit geen 2de maal. We wijken dan maar af van onze route en rijden naar Redon.
Redon ligt op de grens van Bretagne met de Loire-Atlantique en op de rivier La Vilaine die een stuk verder uitmondt in de Atlantische Oceaan.

In Redon hebben we een kruispunt van 2 waterlopen wat eerder uitzonderlijk is. Het kanaal van Nantes naar Brest dwarst er via een sluizencomplex de Vilaine. Momenteel zal het dwarsen met een boot al niet mogelijk zijn gezien de grote stroming op de Vilaine.

Op onze verdere weg richting Rennes, komen we nog Les Landes de Cojoux – Megaliths tegen in Saint-Just. Het is één van de vele plaatsen met constructies van megalieten of menhirs.

Hôtel-Restaurant Les Loges – Chantepie

Dag 15 – Chantepie – Vitré – Fougéres – Chantepie (130 km)

Zondag 17 juni

Vandaag rijden we naar 2 steden die voor de vereniging van Bretagne met Frankrijk een belangrijke rol speelden in de verdediging van het grondgebied. Beide steden bezitten nog hun goed behouden of goed gerestaureerde burchten.

De eerste die we bekijken is Vitré. Het kasteel van Vitré ligt aangebouwd op een rots op de heuvel Sainte-Croix. De eerste constructie, uit hout, moet er al geweest zijn in de 11de eeuw. Het kasteel in zijn huidige vorm dateert uit de 13de eeuw. In Vitré zie je ook nog veel mooie vakwerkhuizen.

Van Vitré rijden we naar Fougères. Ook daar is de trekpleister het goed bewaarde middeleeuwse kasteel. Aan de huidige vorm met zijn 13 torens werd gebouwd vanaf de 12de eeuw tot de 15de eeuw en het bevat verschillende bouwstijlen. Het begin van het kasteel moet uit de 11de eeuw dateren.

Waar we ’s morgens een grijze bewolking hadden was de zon wel van de partij na de middag. In de late namiddag trok alles echter terug dicht met enkele spatjes regen op de terugweg. Volgens de verwachting zou het morgen een mooie dag worden. Dan gaan we de hoofdstad Rennes bezoeken.

Hôtel-Restaurant Les Loges – Chantepie

Dag 16 – Stadsbezoek Rennes (op 7 km van Chantepie)

Maandag 18 juni

We komen aan het einde van onze reis die we afsluiten met een bezoek aan de stad Rennes. Rennes is een snel groeiend industrieel en academisch centrum met een kosmopolitische sfeer. De stad ontstond reeds in de Romeinse tijd uit een Gallische nederzetting. Het werd in 1562 de hoofdstad en administratieve hoofdplaats van Bretagne.
Het oude centrum van de stad werd in 1720 grotendeels verwoest door brand. Daarna werd het in een strakke neoklassieke stijl terug opgebouwd. Het oude centrum is helemaal niet zo groot. Met een wandeling van ongeveer 3,5 km zien je de meeste bezienswaardigheden.

Als eerste komen we voorbij het imposante Stadhuis op de Place de la Marie.

De Kathedraal van Saint-Pierre is aan de buitenzijde weinig opvallend maar de binnenzijde kon ons wel bekoren metde 44 ionische zuilen. Je zou haast denken dat het echte marmeren zuilen zijn doch de oorspronkelijke zuilen werden op die manier herbepleisterd en gekleurd. Het plafond werd met goud versierd.

Hier en daar staan nog oude vakwerkhuizen die ongeschonden uit de grote brand gekomen zijn.

We eindigen onze wandeling in de omgeving van het Museum voor Schone Kunsten.

Daar er nog wat tijd over is beslissen we nog eens naar Châteaugiron te rijden waar ik nog een laatste foto maak van het kasteel aldaar.

Hôtel-Restaurant Les Loges – Chantepie

Dag 17 – Chantepie -> Kortrijk (600 km)

Dinsdag 19 juni

Vandaag rijden we terug naar huis. We proberen zo vroeg mogelijk aan te zetten om niet te laat thuis te zijn. We maakten een hele leuke reis en mochten vele mooie steden en natuur bekijken. Het was de bedoeling om een totaalbeeld te krijgen van Bretagne en ik denk dat dit ons ook mooi gelukt is Jammer dat het mooie weer niet altijd aanwezig was maar dat zijn zaken waar je zelf niet kan over beslissen.